Directe aanleiding voor de overeenkomst was de bouw van de Aswandam in Egypte in 1959. Hierdoor kwam een vallei onder water te staan met daarin de ruim 3000 jaar oude tempels van Aboe Simbel. UNESCO lanceerde daarop een wereldwijde reddingsactie. De bedreigde tempels werden zorgvuldig gedemonteerd, naar een hogere locatie gebracht en daar stuk voor stuk weer opgebouwd. De kosten van dit project bedroegen zo’n 80 miljoen US dollar, waarvan 40 miljoen werd gedoneerd door 50 verschillende landen. Deze actie werd wereldwijd als een groot succes beschouwd, en andere acties volgden (bijvoorbeeld voor Venetië, de ruïnes van Mohenjodaro in Pakistan, en de Borobudur inIndonesië). UNESCO en ICOMOS (international Council on Monuments and Sites ) stelden daarop een concept overeenkomst op om het gezamenlijke erfgoed van de mensheid te beschermen. De Verenigde Staten stonden aan de basis van het idee om behoud van culturele monumenten te combineren met natuurbehoud: een conferentie in 1965 riep op tot het instellen van een World Heritage Trust. De IUCN ( International Union for  Conservation of Nature ) ontwikkelde vergelijkbare plannen, en die werden in 1972 gepresenteerd op een VN conferentie in Stockholm. Daar ook werd de Overeenkomst voor het werelderfgoed uiteindelijk gesloten. Het verdrag bestaat sinds 1972 en is bedoeld om cultureel en natuurlijk erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid beter te  kunnen bewaren voor toekomstige generaties. Het verdrag is het meest bekende van UNESCO en is inmiddels door 191 lidstaten ondertekend. De landen die het verdrag hebben geratificeerd, hebben met elkaar afgesproken dat zij zich zullen inzetten voor identificatie, bescherming, behoud, het toegankelijk maken en het overdragen aan komende generaties van cultureel erfgoed binnen hun landgrenzen. • Algemene Vergadering: 191 leden, komen  elke twee jaar samen tijdens de Algemene Conferentie van UNESCO in Parijs. De ALV kiest het Werelderfgoedcomité en keurt o.a. het budget goed. • Werelderfgoedcomité: 21 leden, mandaat 6 jaar (in praktijk vaak 4), komt jaarlijks samen en bespreekt/besluit: nieuwe inschrijvingen op de Lijst, State of Conservation Reports, Lijst Werelderfgoed in Gevaar en eventuele de-listing. • Werelderfgoedcentrum: sinds 1992 het aanspreekpunt binnen UNESCO voor werelderfgoed gerelateerde zaken. Verantwoordelijk voor het dagelijkse management van het verdrag, ondersteuning aan lidstaten bij nominaties, organisatie van bijeenkomsten en het biedt internationale ondersteuning uit het Werelderfgoedfonds. • Adviesorganen: ICOMOS (cultuur/mixed), IUCN (natuur) en ICCROM (expertise en training). Verantwoordelijk voor het geven van advies aan het Comité in haar overwegingen door middel van technische evaluaties, rapportages over de staat van het beheer van de werelderfgoederen en onderzoek en Factsheet . Werelderfgoed training aan beheerders.Nationale UNESCO Commission

Directe aanleiding voor de overeenkomst was de bouw van de Aswandam in Egypte in 1959. Hierdoor kwam een vallei onder water te staan met daarin de ruim 3000 jaar oude tempels van Aboe Simbel. UNESCO lanceerde daarop een wereldwijde reddingsactie. De bedreigde tempels werden zorgvuldig gedemonteerd, naar een hogere locatie gebracht en daar stuk voor stuk weer opgebouwd. De kosten van dit project bedroegen zo’n 80 miljoen US dollar, waarvan 40 miljoen werd gedoneerd door 50 verschillende landen.
Deze actie werd wereldwijd als een groot succes beschouwd, en andere acties volgden (bijvoorbeeld voor Venetië, de ruïnes van Mohenjodaro in Pakistan, en de Borobudur inIndonesië). UNESCO en ICOMOS stelden daarop een concept overeenkomst op om het gezamenlijke erfgoed van de mensheid te beschermen. De Verenigde Staten stonden aan de basis van het idee om behoud van culturele monumenten te combineren met natuurbehoud: een conferentie in 1965 riep op tot het instellen van een World Heritage Trust. De IUCN ontwikkelde vergelijkbare plannen, en die werden in 1972 gepresenteerd op een VN conferentie in Stockholm. Daar ook werd de Overeenkomst voor het werelderfgoed uiteindelijk gesloten.
Het verdrag bestaat sinds 1972 en is bedoeld om cultureel en natuurlijk erfgoed dat van unieke en universele waarde is voor de mensheid beter tekunnen bewaren voor toekomstige generaties. Het verdrag is het meest bekende van UNESCO en is inmiddels door 191 lidstaten ondertekend. De landen die het verdrag hebben geratificeerd,hebben met elkaar afgesproken dat zij zich zullen inzetten voor identificatie, bescherming,behoud, het toegankelijk maken en het overdragen aan komende generaties van cultureel erfgoed binnen hun landgrenzen.

Algemene Vergadering: 191 leden,komt elke twee jaar samen tijdens de Algemene Conferentie van UNESCO in Parijs. De AV kiest het Werelderfgoedcomité en keurt o.a. het budget goed.
Werelderfgoedcomité: 21 leden, mandaat 6 jaar (in praktijk vaak 4), komt jaarlijks samen en bespreekt/besluit: nieuwe inschrijvingen op de Lijst, State of Conservation Reports, Lijst Werelderfgoed in Gevaar en eventuele de-listing.
Werelderfgoedcentrum: sinds 1992 het aanspreekpunt binnen UNESCO voor werelderfgoed gerelateerde zaken. Verantwoordelijk voor het dagelijkse management van het verdrag, ondersteuning aan lidstaten bij nominaties, organisatie van bijeenkomsten en het biedt internationale ondersteuning uit het Werelderfgoedfonds.
Adviesorganen: ICOMOS (cultuur/mixed), IUCN (natuur) en ICCROM (expertise en training). Verantwoordelijk voor het geven van advies aan het Comité in haar overwegingen door middel van technische evaluaties, rapportages over de staat van het beheer van de werelderfgoederen en onderzoek en Factsheet . Werelderfgoed training aan beheerders.Nationale UNESCO Commissie